Najaarsnota 2019

Overzichten en Middelen

Doel 5-1 Financieel gezonde huishouding

Doel 5-1 Financieel gezonde huishouding

Doel en beoogd maatschappelijk effect?

  • Financieel gezonde huishouding
  • Een belastingdruk voor de burger die past bij het provinciale voorzieningenniveau

De provincie streeft naar een financieel gezonde huishouding. Dit is van belang voor de rechtmatigheid van het provinciale handelen en voor de maatschappelijke legitimiteit van de provincie. De provincie werkt immers direct dan wel indirect (via het Rijk) met belastinggeld van burgers en bedrijven.

Een financieel gezonde huishouding komt in de eerste plaats tot uitdrukking in een sluitende begroting, waarin baten en lasten meerjarig met elkaar in evenwicht zijn. In de tweede plaats moet de provincie beschikken over voldoende weerstandscapaciteit. Deze is nodig om financiële consequenties van (niet-begrote) risico’s op te kunnen vangen.

De provincie streeft naar een belastingdruk die past bij het provinciale voorzieningenniveau. De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting is veruit de belangrijkste belastingheffing van de provincie. Provinciale Staten stellen jaarlijks het opcententarief vast. Dit tarief is gebonden aan een wettelijk maximum, dat jaarlijks door het Rijk (op basis van de inflatieontwikkelingen) wordt aangepast. Beleidslijn van het college is om het tarief blijvend te verlagen, zodat de relatieve lastendruk voor inwoners van Zuid-Holland afneemt.

Bijstelling beleidsrealisatie

Provinciefonds
Provincies krijgen voor de uitvoering van hun taken onder andere budget uit het provinciefonds. Dit fonds wordt beheerd door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën. Het fonds bestaat uit een algemeen deel (algemene uitkering) en een deel dat geoormerkt is voor bepaalde doelen (decentralisatie-uitkeringen). Alle middelen uit het provinciefonds zijn vrij besteedbaar en provincies worden door middel van circulaires die verschillende malen per jaar worden uitgebracht door het ministerie van BZK geïnformeerd over de ontwikkeling hiervan. Het aandeel van de provincie Zuid Holland betreft op dit moment 11,5% van het fonds.

De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven. Wijzigingen in de hoogte van de rijksuitgaven hebben direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. Deze toe- of afname wordt het accres genoemd.

Wijzigingen naar aanleiding van de Meicirculaire en Septembercirculaire provinciefonds 2019

Algemene uitkering

Ten opzichte van de Septembercirculaire 2018 wordt het accres in 2019 voor alle provincies bij elkaar met € 21 mln positief bijgesteld. De afrekening van het accres 2018 heeft echter wel een neerwaarts effect in 2019 van € 23 mln.
Voor de periode van 2020 tot en met 2024 wordt de accresontwikkeling neerwaarts bijgesteld, oplopend tot structureel € 56 mln in 2023. De belangrijkste verklaring voor de neerwaartse bijstelling ligt in de lagere ontwikkeling van de lonen en prijzen. De raming hiervan in het Centraal Economisch Plan (CEP) is lager dan bij de Miljoenennota gepresenteerd. Overigens is het gebruikelijk dat er fluctuaties plaatsvinden.
Met de Voorjaarsnota / Kadernota 2019 is rekening gehouden met een te verwachten neerwaartse bijstelling, in verband met de herindeling van Vijfheerenlanden van de algemene uitkering van € 1,9 mln op jaarbasis. Met de Meicirculaire 2019 zijn enkele verdeelmaatstaven aangepast naar de nieuwe situatie. Dit geeft echter een negatiever beeld dan wij verwachten op basis van het rapport van de commissie Jansen. Binnenkort vindt overleg plaats met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het effect van de herindeling op de maatstaven.

Met de Septembercirculaire 2019 wordt het accres voor het jaar 2019 (voor alle provincies) neerwaarts bijgesteld met € 30 mln. Dit komt voornamelijk doordat het Rijk dit jaar naar verwachting minder uitgeeft dan geraamd. De aanpassing leidt tot een daling van het accres in 2019 maar tot een stijging in de daaropvolgende jaren. De verwachte ruimte onder het BTW plafond van € 11 mln voor 2019 is toegevoegd aan de algemene uitkering.

De hoogte van de algemene uitkering is voor de provincie in 2019 € 245 mln.

Decentralisatie-uitkeringen

In de Meicirculaire zijn ten opzichte van de Septembercirculaire 2018 voor 2019 drie decentralisatie-uitkeringen  toegevoegd van in totaal € 5 mln, namelijk:

  • MKB innovatiestimulering topsectoren   € 2,3 mln
  • Amendement Hoogland (fietsroutes)   € 2,7 mln
  • Jong leren eten (voedseleducatie)   € 0,05 mln

In de Septembercirculaire zijn ten opzichte van de Meicirculaire 2019 twee decentralisatie-uitkeringen toegevoegd van in totaal € 5,1 mln, namelijk:

  • Regiodeals            € 4,8 mln
  • Zoetwater            € 0,3 mln
Bedragen × €1,000
  • Vastgestelde begroting
  • Bijstelling